|
[update aan het einde van deze post]
Mensen houden van het verhaal van een held die vecht tegen een machtige tegenstander. Het omgekeerde is ook bekend: de Bond film slechterik, die uiteindelijk z’n verdiende loon krijgt. Beide verhaallijnen worden toegepast op de leider van Wikileaks: Julian Assange. Hij wordt of geprezen als een held, of veroordeeld als een terrorist. Het is of “schiet hem neer” of “hij is een onderdrukte held”, mogelijk gevolgd door samenzweringstheorieen.
De reacties zijn begrijpelijk. In het verleden is de regering van de VS betrokken geweest bij schimmige geheime handelingen, en recentelijk, in 2003, loog de vorige regering over hun redenen voor het beginnen van de oorlog teken Irak. Dus het is makkeljk om te vervallen in het altijd negatief beoordelen van handelingen van de regering van de VS, en het altijd positief beoordelen van iemand die het tegen hen op lijkt te nemen.
Er is ook iets van roddeljournalisme in het geheel. Het lezen van de uitgelekte berichten is als het lezen van een roddelblad, maar met de beroemdheden vervangen door wereldleiders. Dat vinden mensen leuk. Ik heb ook journalisten gezien die schijnbaar de kant van Assange kozen, omdat mogelijke aanklachten tegen hem ook de persvrijheid zouden beinvloeden (en dat zou iedereen zorgen moeten baren natuurlijk).
Wat heeft Wikileaks gedaan om zoveel opwinding teweeg te brengen? Ze hebben duizenden vertrouwelijke documenten, eerst militaire, later diplomatieke, op hun website gepubliceerd. Het lijkt alsof het materiaal grotendeels ongefilterd is. Daarom denk ik dat het niet juist is om Wikileaks een klokkenluiderswebsite te noemen. Klokkenluiden betekend het kennis hebben van specifieke misstanden binnen een organisatie, en die vervolgens aan het licht brengen. Maar dat is niet wat Wikileaks heeft gedaan. Het is ook niet de filosofie van Assange. Hij wil grote hoeveelheden vertrouwelijk materiaal publiceren, daarmee regeringen die veel geheimen hebben verzwakken, wat uiteindelijk zou moeten leiden tot een meer open samenleving.
Ik zal niet verder ingaan op deze filosofie, maar er is een duidelijk probleem met deze benadering. Door het ongefilterd bekendmaken van vetrouwelijke informatie, berokken je schade, iets dat Assange zelf toegeeft (hij heeft het “collateral damage” genoemd). Tot zover is deze schade verschenen in de vorm van b.v. de namen van Afghaanse informanten, die nu een doelwit zijn van de Taliban (er zijn er mogelijk al een paar vermoord). Of in de vorm van andere informatie, die geen schandalen bevat, maar wel schadelijk is voor diplomatie relaties (wat X zei achter de rug van Y, de mening van een diplomaat over een regering, etc).
De schade die hierdoor veroorzaakt wordt kan indirect zijn: zelfs als de informatie zelf niet direct problemen veroorzaakt, kan het wel er voor zorgen dat mensen vertrouwen verliezen in hoe hun vertrouwelijke berichten worden behandeld. Als je bijvoorbeeld iemand bent in het Iraanse verzet die iets wil doorgeven aan een Amerikaanse connectie (indirect of direct). Ik zou zenuwachtig zijn in dat geval, ik zou mijn naam niet op de Wikileaks website willen zien verschijnen. Mensenrechten organisaties hebben precies hierover hun bezorgdheid uitgedrukt.
Dus, er is veel informatie in het uitgelekte materiaal dat geen bewijs is van misstanden. Maar het is wel schadelijk. En dat is het probleem met wat Wikileaks doet.
Als er bewijs is van misstanden in vertrouwelijke documenten, dan kan het aan het licht brengen van die misstanden zwaarder wegen dan het breken van de regels door ze te publiceren. Als dit op een verantwoordelijke manier gebeurt, dan wordt het probleem aan de kaak gesteld, en worden onschuldige mensen niet de dupe. Maar dit is niet wat nu is gebeurd. Verreweg het meeste materiaal bevat geen bewijs van misstanden. Slechts een uiterst klein aantal zou er op kunnen wijzen, en zou verder onderzocht kunnen worden.
Ironisch genoeg, zou je kunnen zeggen dat het gebrek aan bewijs voor misstanden in het handelen van de regering van de VS juist aantoont dat ze doen wat ze zeggen dat ze doen. In plaats van dat ze iets anders doen achter je rug om, zoals Wikileaks beweerd op hun website.
Het dumpen van documenten zorgt er ook voor dat er zoveel informatie vrijkomt dat je door de bomen het bos niet meer ziet. Een gericht vrijgeven van de weinige dingen die wel verdacht lijken, had veel meer impact gehad, omdat ze op die manier meer aandacht in de media hadden gekregen.
Uiteindelijk moet je dingen beoordelen op wat ze hebben bereikt, positief of negatief. Ik betwijfel sterk of het dumpen van deze documenten Assange’s visie van een open samenleving tot waarheid zullen maken. Maar ik weet wel dat geen ernstige nieuwe misstanden zijn ontdekt, terwijl er wel schade is berokkend. Dat is een negatieve balans. Wat jammer is, want het idee van het gericht lekken van informatie om overheidsmisstanden aan het licht te brengen is goed. Maar dat is niet wat Wikileaks van plan is.
[update]
Ik heb berichten gelezen dat Wikileaks claimt dat het niet slechts de diplomatieke dumpt, maar dat ze ze doornemen en dan selecteren (ze zeggen 960 van de 250000 tot zover). Dus, de gelekte diplomatieke berichten zijn niet “ongefilterd”. Dat veranderd niet veel aan mijn mening. Eigenlijk maakt het die mening negatiever. Als ze nu aan het selecteren zijn, waarom zitten dan al die roddel berichten en zo er tussen, die geen misstanden bevatten, maar wel diplomatieke relaties beschadigen? Het probleem blijft hetzelfde: Wikileaks is er niet op uit specifieke misstanden aan het licht te brengen, hun doel is de geheimhouding zelf aan te vallen, wat voor hun belangrijker is dan de gevolgen. Nog steeds een negatieve balans.
[note: update at the end of this post]
People love the story of a hero fighting against a big enemy, sticking it to the man. People are also familiar with the inverse story: a Bond movie villain, who eventually gets what he deserves. Both of these templates seem are being applied to Wikileaks’ main man: Julian Assange. He’s either hailed as a hero or as a terrorist. It’s either “shoot the guy” or “he’s a persecuted hero”, optionally followed by conspiracy theories.
The reactions are understandable. In the past, the US government certainly has been involved in shady secretive things, and most recently, in 2003, the previous administration lied about its reasons for going to war with Iraq. So it is easy to fall in to the trap of explaining actions by the US government as negative, while praising someone who seems to stand up to them.
There is also an element of gossip journalism to it. Reading the leaked cables is like reading a tabloid, but with the celebrities being world leaders. People enjoy that. Furthermore, I’ve seen journalists seemingly take Assange’s side, since possible legal action against him might overlap with something that they are (and everybody should be) concerned about: freedom of the press.
What has Wikileaks done lately to cause such a stir? It has published 1000s of confidential documents, first military, and later diplomatic, to its website. There does not seem to have been much filtering before publishing. Therefore I think it is wrong to call Wikileaks a whistleblower website. Whistleblowing usually means having knowledge of specific wrongdoings inside an organization, and then making information proving this public. But this is not what Wikileaks has done. It also isn’t Assange’s philosophy. He wants to publish large amounts of confidential data, which he thinks will weaken secretive governments, eventually leading to a more open society.
I won’t go in to his philosophy, but will point out a problem with his approach. By indiscriminately making confidential information public, you will cause damage, something that he admits himself (he has acually called it “collateral damage”). So far, this has come in the form of such things as names of Afghan informers to US forces, who are now a prime target for the Taliban (reportedly a few might have been killed already). Or in the form of lots of other information that does not contain any scandal, but is damaging to diplomatic relations (what X said about Y behind his/her back, a diplomat’s opinion about a regime, etc).
The damage caused by this can be indirect: even if the information itself does not directly cause problems, it can make people lose trust in the how their confidential information is being treated. Say you are someone with the opposition in Iran, and want to pass on information to a US contact(indirect or direct). In that position, I’d be pretty nervous. I would not want my name to appear on the Wikileaks website. Human rights groups have expressed concern over exactly this issue.
So there is a lot of information in there that does not contain any evidence of wrongdoing, But it is damaging. And that’s the problem with what Wikileaks is doing.
If there is evidence of wrongdoing in confidential documents, then bringing that wrongdoing to light can outweigh possibly breaking the rules by publishing them. If this publishing is done responsibly, the issue is exposed, and no innocent people are hurt. But this is not what has happened here. A large number of documents was dumped. The vast majority did not contain any evidence of wrongdoing by the US government. Only a small number may or may not have something, and could warrant further investigation.
Ironically, you could argue that the lack of evidence of wrongdoing by the US government actually shows that it is doing what it says, and not doing saying one thing publicly, and doing another privately, as the Wikileaks website claims.
The dumping approach also causes so much information to be published that you can’t see the forest through the trees in the media report. A targeted publication of the few items that do seem suspect would have had a much bigger impact, since those items would have been in the headlines more.
In the end, things should be judged by whether the balance of what they achieved is positive or negative. I strongly doubt that these document dumps will make Assange’s vision of an open society come true. But I do know that no serious new wrongdoing has been uncovered, while damage has been done. So the balance is negative. Which is a shame, because the idea of exposing government wrongdoing through targeted leaking is a good one. But that is not what Wikileaks seems to be about.
[update]
I’ve read reports that Wikileaks claims it is not just dumping the diplomatic cables, but that they are actually going through them and selecting them (they say 960 out of 250,000 so far). So the leaks of the diplomatic cables are not “indiscriminate”. That doesn’t change what I think much, though. In fact, it makes me think more negatively of them. If you’re selecting things to leak, why include all the gossip cables and such, that don’t contain any wrongdoings, but are damaging to diplomatic relations? The problem remains the same: Wikileaks is not out to expose specific wrongdoings, they are out to attack secrecy itself, which trumps the consequences for them. The balance remains negative.
[this post available in Dutch only]
De formering van een regering van CDA/VVD met gedoogsteun van de PVV is mislukt. De morele bezwaren van 3 CDA-fractieleden hebben er uiteindelijk toe geleid dat de onderhandelingen zijn afgebroken.
3 CDA-fractieleden. Dus daar kwam het op neer. 31 VVD fractieleden vonden het prima. 18 CDA-fractieleden vonden het ook prima. Zij vonden het geen probleem om een akkoord te sluiten met iemand die een grondrecht als de vrijheid van godsdienst ernstig wil inperken. Of eigenlijk afschaffen, want hoe leg je anders het verbieden van de Koran uit?
Wat bijna nog schokkender is dan de standpunten van Wilders is de volstrekte morele leegte van de mensen die een akkoord met hem wilden sluiten. Als je een akkoord met hem sluit, vooral een gedoogakkoord, dan zeg je dat alles wat hij zegt binnen de grenzen van het acceptabele liggen. Je zegt dat het geen probleem is dat hij 850000 Nederlanders in een hoek drukt en over een kam scheert met terroristen. Je vindt het geen bezwaar een akkoord te sluiten met iemand die het heeft gehad over het neerschieten van demonstranten. Enzovoorts.
Al tijdens de campagne was het duidelijk dat de VVD geen enkel probleem had met de standpunten van Wilders. Ik heb Mark Rutte er nooit op kunnen betrappen dat hij morele bezwaren had. In eerste instantie dacht ik dat het de VVD voornamelijk te doen was om de kiezers. Maar zelfs na de verkiezingen werden er geen bezwaren genoemd. Integendeel, de VVD leek nog enthousiaster over regeren met de PVV dan Wilders zelf.
En dan het CDA. Gedurende de campagne werd er vanuit het CDA nog wel bezwaar gemaakt tegen de standpunten van Wilders. Niet alleen door lijsttrekker Balkenende, maar ook door Verhagen. Na in eerste instantie de boot af te hebben gehouden, was blijkbaar een verklaring dat ze over de Islam van mening verschilden met Wilders genoeg. Dus dat is het. Iets fundamenteels als de godsdienstvrijheid werd afgedaan als een meningsverschil dat een akkoord niet in de weg hoefde te staan. Morele leegte.
Waarom heeft de VVD (op een enkeling na) geen streep getrokken? Waarom kwam het binnen het CDA aan op 3 kamerleden?
Ik denk dat een belangrijke drijfveer was dat er een groot verlangen was bij de VVD en in mindere mate het CDA naar een rechtste regering, in combinatie met een rancune tegen links. Een zeer veelzeggend moment was toen Rutte’s woordvoerder de term “Linkse Kerk” gebruikte. Daar spreekt rancune en bijna haat uit. Het is een term die meestal werd gebruikt door Wilders-aanhangers. Maar blijkbaar is de term binnen de VVD ook normaal. De boodschap was duidelijk: we gooien het liever op een akkoord met Wilders dan met “links” te regeren. Een akkoord sluiten met iemand die basisrechten niet respecteert: geen probleem. Alles is beter dan samenwerken met links.
Het is vanzelfsprekend dat je een regering wilt vormen met een beleid dat dichtbij je eigen programma ligt. Natuurlijk. De linkse partijen zouden dat ook als de beste optie zien als ze een meerderheid hadden. Maar dit ging veel verder. Er is zo’n afkeer van links bij vooral de VVD dat ze liever een akkoord sloten met Wilders. En er was ook al een mondeling akkoord met de SGP, waarbij het niet verder liberaliseren van de euthanasie (toch een belangrijk punt in de liberale beginselen) was overeengekomen. Alles is beter dan samenwerken met links.
Er is nog iets anders aan de gang. In de media hangt al een tijdje een sfeer waar wat Wilders zegt nog zo erg niet is. En, zo gaat de redenering, veel mensen stemmen op hem, dus dan mogen we daar niet te hard over oordelen. En je mag die 1.5 miljoen Wilders kiezers vooral niet negeren, is een veelgehoord argument. Dat is volslagen belachelijk. Inderdaad, 16% heeft op Wilders gestemd. Tellen die stemmen soms dubbel? 84% heeft NIET op Wilders gestemd. Als je zo gaat redeneren moeten *alle* partijen in de regering. Mensen hebben op hun gestemd, en die mag je niet negeren, nietwaar.
Ten tweede maakt niet uit hoeveel mensen iets vinden, dat veranderd niets aan de inhoud. Wilders had 16% van de stemmen. In 1940 vond 17% van de Amerikaanse bevolking de Joden een bedreiging van het land. In maart 1933 haalde de NSDAP van Hitler bijna 44% van de stemmen in de verkiezingen. Meer dan 17 miljoen Duitsers stemden op hem. Als de redenering is: hoe groter het aantal mensen dat een mening ondersteund, hoe meer je hem moet accepteren, nou, dan hebben de Duitsers blijkbaar juist gehandeld in 1933, en moeten we hun mening respecteren.
Blijkbaar zijn morele grenzen in Nederland voor velen aan de politieke rechterkant een gepasseerd station. Morele bezwaren zijn uit de mode. Voormalige CDA bestuurders die bezwaren uitten werden bijna minachtend aan de kant gezet als zeurende oudjes. Binnen de VVD was al bijna helemaal geen discussie. De SGP, die beweert zich te baseren op Christelijke waarden, vond het ook prima. Gelukkig was er aan Christelijke kant ook nog de ChristenUnie, die wel een duidelijke streep trok.
Ik ben bang dat er een grens is overschreden, en dat de weg terug moeilijk zal zijn. Maar ach, ik ben maar een ouderwetse zeurpiet.
“Doesn’t anybody think this is going too far?” That’s what I regularly thought when I read the reports from the Netherlands, in which Geert Wilders once again showed his hatred of Muslims. There were some people speaking out against it, but few of them said that a politician with a sizable following, meaning responsibility, should not say the things he was.
Harsh comments without nuance are, of course, not new, and can be heard on both sides of the political spectrum. But not by elected representatives. Or, that’s how it used to be. Now it seems to be considered acceptable.
What changed? It probably has its roots in what happened with Pim Fortuyn. Before Foruyn changed Dutch politics, politicians and their audience seemed aware of the limits to what they could say. Maybe this even went too far. I think that criticism from the right that, for a long time, you couldn’t even talk about immigration, is partially correct. When [VVD politician] Bolkesteijn brought it up in the 90s, he was vigorously attacked, but what he said then has been adopted by most parties now.
This all changed with Fortuyn. He had no problems with channeling the unfiltered negative feelings that some people had about immigration and Islam. When he was attacked for this, this was, especially after he was killed, often called “demonizing”.
This did not just have the effect that immigration became a subject that was firmly on the table. It went further than that. Determined to not be accused of demonizing someone anymore (and, in the case of politicians, to get Fortuyn voters back), people often hesitated to call someone out who used harsh language to talk about immigration or Islam. The phrases “that goes too far” or “you shouldn’t say that” were barely heard anymore. A kind of reverse political correctness: being nuanced was out. Yelling is now not just allowed, it’s almost mandatory. Because you can say something, apparently you should. This fit perfectly with the internet culture as displayed on some websites like GeenStijl, who proudly spread their bile.
It provided a good environment for Geert Wilders. He was able to let loose his hatred of Muslims. De media liked it, and certainly did not consider it to be their duty to be too critical of him. Before you’re know it, you’re demonizing someone. Can’t have that.
Now things have come to a head. Wilders made major gains in the elections (although not quite as big as the polls showed a year ago). How are other parties reacting to this? Do they are make a principled choice? Because that’s what it is. In magazine de Groene Amsterdammer Mathijs Bouman explains why [Dutch]. Yes, all those things are in Wilders’ program. But during the campaign, the [conservative] VVD did their best to ignore all that. By doing that, they crossed a line. If you try to downplay the extreme parts of the Wilders program, and only mention differences in the economic program, then you are clearly saying that Wilders’ hatred of Muslims is acceptable.
In the formation of a new government, the ball is now in the court of the Christian Democrats (CDA). During the campaign, they did make principled statements against Wilders. Will they stand by them, or will they also cross the line? Don’t they think that this is going too far?
“Vindt nou echt niemand dat dit te ver gaat?” Dat dacht ik regelmatig als ik de berichten uit Nederland las waarin Geert Wilders weer eens zijn moslimhaat tentoonspreidde. Er waren wel mensen die er tegenin gingen, maar te weinig die zeiden dat een politicus met een behoorlijke aanhang, en dus verantwoordelijkheid, zulke dingen niet kon zeggen.
Ongenuanceerde, groffe uitlatingen in het algemeen zijn natuurlijk niet nieuw, en aan beide kanten van het politieke spectrum te horen. Maar niet door volksvertegenwoordigers van grotere partijen. Althans, vroeger niet. Nu lijkt het normaal gevonden te worden.
Wat is er veranderd? Het zal zijn wortels hebben in de gebeurtenissen rond Pim Fortuyn. Voordat Fortuyn de Nederlandse politiek veranderde leken politici, en hun publiek, zich bewust van de grenzen aan hun uitlatingen. Misschien ging dit soms zelfs te ver. Ik denk dat de kritiek van rechts dat er lang niet over immigratie gesproken kon worden gedeeltelijk terecht is. Toen Bolkesteijn erover begon in de jaren ’90, werd hij hier hard op aangevallen, terwijl wat hij toen zei eigenlijk nu door de meeste partijen is geaccepteerd.
Dit veranderde met Fortuyn. Hij had er geen problemen mee de negatieve gevoelens die sommige mensen over immigratie en moslims hadden ongefilterd door te geven. Toen hij daarop werd aangevallen, werd dit, vooral nadat hij was vermoord, vaak bestempeld als “demonisatie”.
Dit alles had niet alleen het effect dat immigratie een onderwerp werd dat open en bloot op tafel kwam te liggen. Het ging verder. Vastberaden om niet meer beschuldigt te worden van demonisatie (en in het geval van politici: om LPF kiezers terug te winnen), twijfelde men vaak om iemand die harde taal uitsloeg over immigratie of de Islam daarop aan te spreken. De zinnen “dat gaat te ver” of “dat kan je toch niet zeggen” werden nauwelijks meer uitgesproken. Een soort van omgekeerde politieke correctheid: genuanceerd zijn kon niet meer. Schreeuwen is nu niet alleen toegestaan, het is bijna verplicht. Het feit dat je iets mag zeggen, betekent dat je het ook moet zeggen, blijkbaar. Dit paste perfect in de cultuur van internet sites zoals GeenStijl, die trots hun gal spuwen.
Het leverde de goede omgeving op voor Geert Wilders. Hij kon zijn moslimhaat ongelimiteerd op zijn loop laten. De media vondt het mooi, en vondt het zeker niet haar taak om hem te kritisch te benaderen. Voordat je het weet demoniseer je iemand, tenslotte.
En nu is alles in de beslissende fase beland. Wilders heeft een grote winst geboekt bij de verkiezingen (alhoewel niet zo groot als de peilingen een jaar geleden lieten zien). Hoe reageren de andere politieke partijen hierop? Zullen zij durven een principiele keuze te maken? Want het is een principiele keuze. In de Groene Amsterdammer legt Mathijs Bouman uit waarom. Ja, al die dingen staan in Wilders’ partijprogramma. Maar tijdens de campagne deed de VVD zijn best om dit allemaal te negeren. Daarmee hebben zij een grens overschreden. Als je de extreme punten van het PVV programma bagatelliseert en niet tot breekpunt maakt, en slechts gewag maakt van economische verschillen, dan zeg je ronduit dat Wilders’ moslimhaat acceptabel is.
De bal ligt nu, in de formatie, bij het CDA. Het CDA maakte tijdens de campagne nog wel principiele bezwaren tegen Wilders. Zullen ze dat volhouden, of zullen ook zij ook die grens overschrijden? Vinden zij nou echt niet dat dit te ver gaat?
I never quite understood the phenomenon of pundits. Pundits are people with opinions, and they like to give them. So far, so good. I mean, look at me. I like my own opinion so much that I have my own blog.
The part where things go wrong is that they appear in big media outlets to give their opinions, and often get paid for it. Again, they have every right to their opinion. But what makes their opinion more important than others? Usually, they aren’t even experts on what they are talking about. Wouldn’t it be better to have an actual expert on the subject at hand explain things? Apparently not. Or, I should say: of course not. Because the media is about entertainment, not information.
Pundits seem to be especially popular in the US. To be sure, they exist in other countries. But they are especially numerous here. Perhaps that has something to do with the existence of 24-hours news channels. You have to do something to fill up that time, so you have panels and roundtables where pundits give their opinions, often not in the least bothered by a lack of knowledge, enthusiastically unleashing their stream of talking points on us.
When blogs became popular, they were, amongst other things, hailed as the democratization of information. A revolution in media. A big change from the old media. That seems overly optimistic. Some blogs provide good analysis and do their own research, but a lot of bloggers are pundit-wannabees. The lines between blogs and the traditional media are blurring. The Huffington Post is looking more and more like a tabloid. Bloggers are appearing on TV as pundits, and seem happy to be assimilated.
So, even more than before, we will be bombarded with opinions. But it seems doubtful that we’re being presented with more useful information. Providing information, after all, takes work. Talking about shiny objects such as celebrities, or having pundits fight a battle of the talking points, is much easier. And, apparently, gets better ratings.
How about that Tiger Woods?
Ik heb het fenomeen publicisten (“pundits”, “opiniemakers”) nooit begrepen. Publicisten zijn mensen met een mening, en ze houden ervan die mening te geven. Ok, prima. Ik bedoel: kijk mij nou. Ik vind mijn eigen mening zo belangrijk dat ik een eigen blog heb.
Het gaat fout als ze verschijnen in de media om hun mening te geven, vaak betaald. Nogmaals, ze hebben het volste recht op hun mening. Maar wat maakt hun mening belangrijker dan die van anderen? Meestal zijn ze niet eens experts in het onderwerp waar ze het over hebben. Zo het niet beter zijn een echte expert de dingen uit te laten leggen? Blijkbaar niet. Omdat de media in de eerste plaats entertainment is, niet informatieverstrekking.
Pundits lijken vooral populair in de VS. Ze bestaan zeker ook in andere landen. Maar ze zijn hier erg talrijk. Dat heeft misschien iets te maken met het bestaan van 24-uurs nieuws kanalen. Je moet toch iets doen om de tijd op te vullen, dus heb je panels en rondetafel discussies, waar pundits hun mening geven, en waar ze, vaak niet gehinderd door enige kennis van zaken, hun stroom van ingestudeerde punten op ons loslaten.
Toen blogs populair werden, werden ze, onder andere, geprezen als de democratisering van informatie. Een revolutie in de media. Een grote verandering ten opzichte van de oude media. Dat lijkt te optimistisch. Sommige blogs brengen goede analyse en doen hun eigen onderzoek, maar veel bloggers zijn pundits in-spe. The grenzen tussen blogs en de traditionele media vervagen. De Huffington Post lijkt meer en meer op een sensatiekrant. Bloggers verschijnen op TV om commentaar te geven, en lijken het prima te vinden dat ze in het wereldje zijn opgenomen.
En zo, nog meer dan vroeger, zullen we worden platgegooid met meningen. Maar het lijkt twijfelachtig of we met bruikbare informatie worden voorzien. Informatie verstrekken kost immers moeite. Praten over beroemdheden, of pundits een oorlog met ingestudeerde punten te laten uitvechten, is veel makkelijker. En zorgt blijkbaar voor betere kijkcijfers.
Maarreh.. wat vind jij nou van die Tiger Woods?
People unfamiliar with the inner workings of the Senate are probably wondering what is happening in the Senate with regard to healthcare reform, and why it is taking so long. I’ve noticed that newspapers outside the US will report that something has passed the House, with an expectant tone that this clears the way for a swift passage through the Senate, straight to the president’s desk. Well, no.
The Senate rules are rather complicated and arcane. The main problem is that there are votes to both start and end discussion on a proposed bill. They are called “cloture votes”, and require 60 out of 100 votes to pass. The final vote on a bill is what you’d expect: 51 out of 100 votes is enough (or, 50 plus the tie-breaking vote of the vice-president). There are more rules, and I’m not familiar with all of them, but those are the important ones.
As long as the opposition party is at least somewhat interested in getting things done, these cloture votes aren’t a big problem. However, when the opposition really wants to block things, they can delay a bill indefinitely by continually voting against cloture. That is called “filibustering”. In the past, this has been done by both parties, but it was generally an exception. But now, Republican senators have made it their goal to block the Democrats at every turn. They will always vote against cloture, effectively making the required majority not 51 votes, but 60 votes.
This is a problem. If the opposition party were to always adopt this tactic, nothing would ever get done anymore. In the current US political climate, it is unlikely that one party can get together 60 votes. The Democrats right now have them, but only in theory. The Democratic caucus isn’t all Democrats (it has 3 independents), and there are a few conservative Democrats who are out of the mainstream of the Democratic party, and who seem to be willing to milk their position of power (that they get from being the last remaining votes needed for cloture) for all that it’s worth.
The current result is that it seems nearly impossible to pass anything in the Senate, unless its watered down to the extent of being almost meaningless. And this is with one caucus having 60 members. In the 2010 election, the Democrats will likely lose seats. They may retain the majority, but it will be well below 60 votes. So if they can’t get anything meaningful passed now, imagine what will happen then. Nothing will get done anymore.
So what if the Republicans eventually regain power? Will the Democrats follow suit and block everything in cloture votes? Probably not. The Democrats seem to be playing by the old rule book: if you’re in the minority, you take what you can get. You try to get the concessions that you can, but at the end of the day, the majority party can pass its legislation. Filibustering is only for extreme cases. The Republicans are playing from a different set of rules: you block the majority party at every turn.
This leads to an ironic state: the party that is most willing to obstruct, the Republicans, will get the reputation of the party that gets things done. Most voters aren’t aware of the details of the Senate rules, so they will wonder why the Democrats aren’t getting anything done. Then, when the Republicans get back in power, they will get things done, because the Democrats won’t obstruct as much.
A few years ago, the Republicans threatened to blow up the filibuster/cloture rules, via procedural manoeuvering, if the Democrats would filibuster certain Bush nominees. They should have done it. Effectively requiring 60 votes to pass normal legislation, via procedural trickery, is ridiculous, and unworthy of a Democracy. Of course, there was much complaining by the Democrats when this threat was made, and if the Democrats were to talk about doing the same thing now, there would be much complaining by the Republicans. But it would be the right thing to do. Legislation should be passed by a normal majority. Which I won’t like if the Republicans regain the majority, but fair is fair.
Ending the filibuster rule isn’t likely to happen. What can be done? It seems that currently, things are stuck. The only way for the Democrats to get Republicans to go along with their legislation is to either water it down to the point where it’s toothless, or to somehow convince a few moderate Republicans (of which there are very few left) that voting for a bill is in their best interest. “Best interest” for a politician means “making it more likely to get re-elected”. But getting re-elected for Republicans right now means getting past a primary where you face a purist “tea party” candidate, with a motivated set of voters behind them. Who won’t like it if you strike a deal with the Democrats.
In other words: the Senate rewards obstructionism, and this is unlikely to change. It’s depressing isn’t it? Merry Christmas.
Mensen die niet bekend zijn met de interne regels van de Senaat vragen zich waarschijnlijk af wat er aan de hand is in de Senaat met betrekking tot zorghervorming, en waarom het zo lang duurt. Ik merkte dat kranten buiten de VS berichten dat iets door Huis van Afgevaardigden heen is, op een manier die je doet geloven dat dit de weg vrij maakt voor een snelle passage door de Senaat, rechtstreeks naar het bureau van de president. Nou, nee.
De regels in de Senaat zijn gecompliceerd en moelijk te doorgronden. Het grootste probleem is dat er gestemd wordt over het beginnen van een debat, en over het beeindigen van het debat over een wetsvoorstel. Dit heet een “cloture” stemronde, en er zijn 60 van de 100 stemmen nodig om dit te bekrachtigen. De uiteindelijke stemming is zoals je mag verwachten: 51 van de 100 stemmen is genoeg (of, 50 met de beslissende stem van de vice-president). Er zijn meer regels, en ik ken ze niet allemaal, maar dit is de belangrijkste.
Zo lang de oppositiepartij enigermate geinteresseerd is in dingen gedaan krijgen, zijn “cloture” stemrondes geen probleem. Maar, als de oppositie iets willen blokkeren, dan kunnen ze een wetsvoorstel oneindig vertrageen door constant tegen het beginnen of beeindigen van een debate te stemmen. Dit heet een “filibuster”. In het verleden is dit door beide partijen gedaan, maar met was met uitzondering. Nu hebben echter de Republikeinen het hun doel gemaakt om alles wat de Democraten willen doen te blokkeren. Ze stemmen altijd tegen het beginnen of beeindigen van een debat.
Dit is een probleem. Als de oppositie altijd deze taktiek zou gebruiken, dan zou er bijna geen enkele wet meer aangenomen worden. In het huidige politieke klimaat in de VS, is het onwaarschijnlijk dat een van de twee partijen 60 stemmen bij elkaar krijgt. De Democraten hebben nu 60 stemmen, maar enkel in theorie. De Democratische groep senatoren zijn niet allemaal Democraten (er zijn 3 onafhankelijken), en er zijn conservatieve Democraten, die rechts van hun partij platform staan, en die hun machtspositie (die ze hebben omdat ze nodig zijn om tot 60 stemmen de komen) willen uitmelken voor wat het waard is.
Het resultaat is dat het momenteel bijna onmogelijk is om iets aangenomen te krijgen in de Senaat, tenzij het wetsvoorstel zo verwaterd wordt dat het bijna nergens meer over gaat. En dit is in een situatie waarin een partij (theoretisch) 60 stemmen heeft. In de verkiezingen van 2010 zullen de Democraten waarschijnlijk een aantal zetels verliezen. Ze houden mogelijk de meerderheid, maar die zal duidelijk lager zijn dan 60 zetels. Dus, als ze nu al niets aangenomen kunnen krijgen, stel je eens voor wat er dan zal gebeuren. Er zal helemaal niets meer door de Senaat heenkomen.
Wat als nu de Republikeinen uiteindelijk weer de meerderheid krijgen? Zullen de Democraten dan hun voorbeeld volgen en alles blokkeren? Waarschijnlijk niet. De Democraten spelen volgens de “oude” regels: als de in de minderheid bent, probeer je concessies te krijgen, maar uiteindelijk kan de meerderheidspartij zijn wetsvoorstellen aannemen. Een filibuster is slechts een laatste redmiddel voor extreme gevallen. De Republikeinen spelen volgens andere regels: blokkeer de meerderheidspartij waar het maar kan.
Dit leidt tot een ironische situatie: de partij die het meeste blokeert, zal de reputatie krijgen van een partij die dingen gedaan krijgt. De meeste kiezers zijn niet op de hoogte van de details van de regels van de Senaat, dus zij zullen zich afvragen waarom de Democraten niets gedaan krijgen. En als de Republikeinen weer aan de macht komen, zullen zij wel dingen gedaan krijgen, omdat de Democraten niet zoveel de filibuster zullen gebruiken om dingen te blokkeren.
Een paar jaar geleden dreigden de Republikeinen de filibuster/cloture regel af te schaffen, via een aantal procedurele manoeuvres, als de Democraten een aantal kandidaten voor benoemingen van Bush zuden blokkeren. Ze hadden het moeten doen. 60 van de 100 stemmen nodig hebben om wetsvoorstellen aan te nemen is belachelijk, en een Democratie onwaardig. Er was natuurlijk veel geklaag van de Democraten toen er met dit werd gedreigd, en als de Democraten er nu over zouden beginnen, zou er veel geklaag zijn van de Republikeinen. Het zou echter terecht zijn. Wetsvoorstellen moeten aan te nemen zijn met een normale meerderheid. Ik zal het niet leuk vinden als dit een Republikeinse meerderheid is, maar eerlijk is eerlijk.
De filibuster zal waarschijnlijk niet worden afgeschaft. Wat te doen? Het lijkt er op dat er een impasse is onstaan. De enige manier dat de Democraten een aantal Republikeinen met zich mee krijgen is door zoveel water bij de wijn te doen dat er niet veel meer overblijft, of op de een of andere manier een paar gematigde Republikeinen ervan te overtuigen dat met hun meestemmen in hun belang is. “In hun belang” betekent voor politici “de kans vergrotend dat ik herkozen wordt”. Maar herkozen worden betekend momenteel voor een Republikein dat ze eerst door een voorverkiezing heen moeten komen tegen een zwaar rechtse “tea party” kandidaat, met een groep gemotiveerde kiezers achter zich. Die het niet leuk vinden als je het op een akkoordje gooit met de Democraten.
Met andere woorden: de Senaat beloont obstructie, en dit zal waarschijnlijk niet veranderen. Daar wordt je niet vrolijk van. Gelukkig kerstfeest.
But if the power to exercise exclusive legislation in all cases what so ever over the District of Columbia; if the power to lay and collect taxes, duties, imposts, and excises, to pay the debts and provide for the common defense and general welfare of the United States; if the power to regulate commerce with foreign nations and among the several States and with the Indian tribes, to fix the standard of weights and measures, to establish post offices and post roads, to declare war, to raise and support armies, to provide and maintain a navy, to dispose of and make all needful rules and regulations respecting the territory or other property belonging to the United States, and to make all laws which shall be necessary and proper for carrying these powers into execution — if these powers and others enumerated in the Constitution may be effectually brought into action by laws promoting the improvement of agriculture, commerce, and manufactures, the cultivation and encouragement of the mechanic and of the elegant arts, the advancement of literature, and the progress of the sciences, ornamental and profound, to refrain from exercising them for the benefit of the people themselves would be to hide in the earth the talent committed to our charge — would be treachery to the most sacred of trusts.
– John Quincy Adams, State of the Union, December 6th, 1825
John Quincy Adams, the 6th president of the United States, believed in using the power of government for the good of society. Of course, he achieved little of what he wanted to do, as he was obstructed by a Congress that supported his rival, Andrew Jackson, who subsequently defeated him in a nasty, personal campaign in 1829.
I’m using this quote for a couple of reasons. First of all, it seems that, especially in the United States, good intentions with regard to the government’s role in society seem to get buried easily in nasty rhetoric. Secondly, it shows that the idea of government playing an active, positive role has been around for a long time in the United States, although some people would have you believe that it hasn’t.
In present day America, as a foreigner, you can’t help but notice that there is a large group of Americans who talk about “the government” as if it’s some nefarious entity that is out to get you. It’s not that you don’t hear people complain about the government in other countries. But in the United States, a lot of people take it a lot further: they see the government not merely as an annoyance, they actually think it’s evil. Where did this come from?
I can’t quite explain it, but I’ll try anyway (that’s what blogs are all about; never let a lack of understanding stop you from saying what you think, right?).
The United States were born out of a group of colonies, controlled from far away by a government in which they had no representation. Obviously this was a situation that couldn’t last, and the colonies broke free. It makes sense that this struggle lead to a distrust of a central controlling body, like the British Parliament was. Also, the slow communication of the time must have made this worse: as this faraway body made decisions about the colonies, the news about these decisions came in slowly, and must have been accompanied by rumors as the news slowly made its way across the ocean, and then spread throughout the colonies.
Ever since then, there has been a current of strong resistance to the government in the United States. Or, to be precise, to the federal government. Many resisted a strong federal government when the US constitution was written (anti-federalism), and in the early history of the United States, many things the federal government did would be challenged as unconstitutional. A long series of Supreme Court decisions slowly shaped the role of the federal government.
Having said all this, it is hard to see why this sentiment is still strong today. The federal government has been a large entity with a big influence for a while. You’d think that people would have accepted this by now. But, especially amongst the conservative / rightwing crowd, anti-government sentiment remains strong. Or does it?
There is a crowd of people who fairly consistently oppose the role of government, amongst which are libertarians and, more extremely, the bunker-building militia crowd. But for most Republican politicians, anti-government sentiment seems to be a political card that is played when it’s convenient. Government interference is decried as bad only when it doesn’t fit with their goals. When it comes to the military or anti-terrorism legislation, the federal government can’t be big enough for the Republicans. It’s also perfectly fine with them if the federal government interferes with personal matters such as marriage.
However, when the federal government (more specifically, a Democratic federal government) does something they don’t like, all of a sudden they conjure up the spirit of the Revolution in order to claim that something is just wrong and, well, just plain un-American.
The best example of something done by the government that triggers much gnashing of the teeth are taxes. Now, nobody likes taxes. In countries all over the world, you will hear people grumbling about them. But, in the US, to a lot of people, taxes are the work of the devil himself. For a politician to raise taxes (even if it’s just on the rich, and not by very much) is a very risky move. The word ‘tax’ is almost a curse word. This situation is exploited by Republican politicians. If they don’t like a bill, they will almost invariably claim it will raise taxes (like, for example, the cap and trade bill currently being discussed).
All in all, any discussion in the US about the federal government using its power for the good of society tends to be polarized by dogmatic attacks. That’s unfortunate, and it makes it harder to discuss the actual merits and drawbacks of the plans at hand. As John Quincy Adams might have said: “tell me about it”.
|
|